WONEN IN ITALIË – Zomer in aantocht

Een vogeltje hipt onrustig over het asfalt van de Via Galliano. Het is de moeder-vogel van het nest in de voorgevel van m'n huis. Afgelopen weken vloog ze af en aan om de piepende jongen te voeren. Die zaten in een nest in een holte van de muur. Nu ze zijn uitgevlogen, blijft de moeder zo te zien met een lege-nest-syndroom achter.

Het uitvliegen van de vogels betekent ook dat het voorjaar vordert en we naar de zomer toegaan. Met daarin de grote vraag hoe het corona-virus zich zal ontwikkelen. Zal het in de hitte uitdoven of zullen we de hele zomer te maken krijgen met steeds opflakkerende besmettingshaarden met alle ellende vandien?

Vorige week vrijdagavond het bericht dat op drie juni de grenzen weer open gaan. Helemaal blij en opgewonden appte ik nog tot laat met een Nederlandese vriendin die hier met haar man een camping opent. Ze hadden al veel boekingen die door het virus misschien wel allemaal moesten worden afgezegd.

En nu gingen de grenzen toch open! Ik dacht aan mijn vrienden hier met B&B's, aan de landgenoten die in Nederland hun schepen achter zich hebben verbrand om hier een nieuwe toeristische activiteit op te zetten, zou het nu toch nog goed komen?

Gelukkig begint het leven hier weer enigszins op een normaal leven te lijken met bezoekjes, etentjes en hier en daar alweer een kleine markt. Maar dat alles nog lang niet normaal is, daarmee werden we vorige week hard geconfronteerd toen de buurman van twee huizen verder overleed.

Op vrijdagmiddag hoorde ik opeens heel dichtbij het geronk van een helicopter. Die kwam voor de 82-jarige Marco Cora die was gevallen en zijn dij-been had gebroken. Het liet zich aanvankelijk niet zo heel ernstig aanzien. Hij belde zelf zijn vrouw nog vanuit het ziekenhuis.

Maar de dagen daarna kwam er de ene na de andere complicatie bij. En toen ik woensdag uit Ceva kwam en in de winkel van Sara vroeg hoe het met Marco was, antwoordde ze tot mijn schrik dat hij die ochtend was overleden.

Vrijdag zou de begrafenis zijn. Om half drie draaide de lijkwagen de straat in en stopte voor zijn huis. Een klein groepje familieleden sloot zich lopend achter de wagen aan. Wij, buren, stonden langs de weg om Marco een laatste groet te brengen.

Achter de stoet aan reed een autootje met de dragers van de kist, alle vier met wit mondkapje voor (even had ik hier een Fellini-moment). Er was geen begrafenisplechtigheid. De pastoor zou de kist boven alleen zegenen en daarna mocht ie door naar het crematorium.

Hoe anders zou het in gewone omstandigheden geweest zijn. Als eigenaar van restaurant La Vetta delle Langhe was Marco Cora jarenlang een hele belangrijke figuur in Mombarcaro, waar heel wat mensen afscheid van hadden willen nemen.

Er gingen deze week ook weer nieuwe maatregelen in, die ons gelukkig veel meer vrijheid geven. Na bijna drie maanden ging ik weer naar Monesiglio. Sprak ik Piercarla van de bar, Maria van het Rode Kruis. Afgeleid en blij vergat ik prompt mijn boodschappentas in de bar waardoor ik nog een keertje vanuit Mombarcaro terug moest.

En voor het eerst sinds ik hier woon, ging ik naar de dorpskapper! Het was bittere noodzaak want ik liep met een totaal uit z'n model gegroeide bos op m'n hoofd waar geleidelijk aan steeds meer grijs doorheen schemerde. God zegen de greep, een andere kapper, iedere vrouw snapt hoe eng dat is.

Zou ik, net zoals Grazia ooit, met een mahonierood hoofd thuiskomen, lekker natuurlijk geföhnd tot 'coupe windhoos'?

Rosalba kende ik alleen uit de bar. Een grote ietwat gereserveerde vrouw. Ze begroette me met mondkapje en een plastic kap voor haar gezicht. Mijn handtas werd meteen ingepakt en afgevoerd. Ook haar lieve assistente Clara had deze astronauten-look. Ik hield ook braaf mijn mondkapje voor. Ik leer er al aardig doorheen te schreeuwen. "Graag zo natuurlijk mogelijk" brulde ik door de stof heen.

Een oude dame tegenover mij staarde me van boven haar mondkapje uitdrukkingsloos aan. Ze had wel dertig krulspelden in. Ik glimlachte naar haar, maar met mondkapje voor had dat weinig effect. Al gauw was ik met Rosalba in gesprek. Haar man kwam tussendoor espresso's rondbrengen. Toen moesten de mondkapjes toch echt even af.

Mijn nieuwe kapster bleek een vakvrouw. Met een nieuwe Italiaans kapsel stond ik twee uur later buiten. Het voelde goed.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.